Bewijsuitsluiting verklaring door bijstand politieverhoor advocaat

Op 26 januari 2017 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak waarbij de verdachte een voorbehoud heeft gemaakt ten aanzien van zijn consultatierecht bij het politieverhoor

Voorbehoud consultatierecht leidt tot vrijspraak door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Aan de verdachte werd in deze zaak tenlastegelegd dat hij, toen hij werkzaam was in de maatschappelijke zorg, ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een cliënt, die aan zijn hulp en zorg was toevertrouwd. Verdachte is hiertoe op 25 februari 2015 door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld voor een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden. De Hoge Raad heeft op 7 juni 2016 het arrest vernietigd en de zaak terugwezen, waardoor de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw kan worden berecht en afgedaan.

Uit de bewijsstukken blijkt dat de verdachte buiten heterdaad is aangehouden. Tijdens de aanhouding heeft hij aangegeven dat hij eerder telefonisch contact heeft gehad met zijn voorkeursadvocaat. In het proces-verbaal van de aanhouding van verdachte staat dat hij het verhoor wenste te starten en op een later moment contact wenste op te nemen met zijn advocaat. Oftewel, de verdachte heeft een voorbehoud gemaakt ten aanzien op zijn recht een advocaat te spreken voor aanvang van het politieverhoor (consultatierecht).

Tijdens een politieverhoor heeft de verdachte tweemaal verzocht zijn advocaat te spreken. Dit blijkt uit het proces-verbaal. Hij is hiertoe niet in de gelegenheid gesteld. Artikel 28 van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat een verdachte het recht heeft zich te laten bijstaan door een advocaat. De verdachte had dan ook, naar het oordeel van de advocaat politieverhoor van verdachte, recht op bijstand van een advocaat alvorens het politieverhoor aanving. De raadsman bepleit dat sprake is van een ernstig en onherstelbaar vormverzuim, doordat de verdachte, ondanks zijn herhaalde verzoeken, geen gelegenheid heeft gekregen om zijn advocaat te spreken. Dit vormverzuim dient ertoe te leiden dat de afgelegde verklaring wordt uitgesloten voor bewijs, aldus de advocaat.

Het Hof volgt het standpunt van de verdediging en bepaalt daarnaast dat een politieverhoor direct stilgelegd dient te worden indien de verdachte tijdens het verhoor vraagt om zijn raadsman te spreken. Uit de bewijsstukken blijkt dat de verdachte tijdens het verhoor tweemaal heeft verzocht zijn advocaat te raadplegen, maar dat die verzoeken niet zijn ingewilligd. Het Hof oordeelt dat de verbalisanten onder de gegeven omstandigheden het verhoor hadden moeten onderbreken en het verhoor pas hadden moeten voortzetten nadat het verzoek was ingewilligd. Hierbij wordt aangehaald dat verdachte weliswaar ten tijde van zijn eerst verhoor afstand heeft gedaan van zijn recht om een advocaat te raadplegen, maar dat hij daarbij ook een voorbehoud had gemaakt dat jij op een later moment, als hij dat nodig achtte, alsnog contact zou kunnen opnemen met zijn raadsman. Toen hij hier vervolgens ook herhaaldelijk om vroeg, had de politie hem daartoe de gelegenheid moeten bieden, naar het oordeel van het Hof. Dit geldt des te meer, nu blijkt dat verdachte expliciet heeft aangegeven dat hij het op dat moment erg moeilijk had.

Het Hof bepaalt daarnaast dat er niet is gebleken dat er feiten en omstandigheden waren die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat er zwaarwegende redenen waren op grond waarvan het verhoor niet stil kon worden gelegd op het moment dat de verdachte verzocht zijn raadsman te spreken. Het Hof komt dan ook tot het oordeel dat het feit dat de verbalisanten tijdens het verhoor niet zijn ingegaan op de wens van verdachte om zijn advocaat te spreken, leidt tot een ernstig en onherstelbaar vormverzuim. Het Hof oordeelt dat er in dit geval sprake was van een beschuldiging van een zeer ernstig feit, waarop een langdurige gevangenisstraf is gesteld in ons Nederlandse rechtssysteem. Het is van belang dat de verdachte bij zijn eerste verhoor een voorbehoud heeft gemaakt toen hij afstand deed op het recht een advocaat te spreken voor aanvang van het politieverhoor. Hij gaf immers, zoals eerder opgemerkt, aan dat hij later, als hij dat nodig achtte, alsnog contact zou kunnen opnemen met zijn raadsman.

Al met al komt het Hof tot het oordeel dat het gevolg van dit vormverzuim dient te zijn dat de verklaring van verdachte, afgelegd nadat hij voor de eerste keer verzocht een advocaat te spreken, van het bewijs dient te worden uitgesloten.

Door het uitsluiten van dit bewijs blijft er slechts één bewijsstuk over, te weten de getuigenverklaring van de aangever. Het Hof stelt dat er hierdoor onvoldoende wettig bewijs is om tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit te komen en spreekt verdachte dan ook vrij.

Het pleidooi van de advocaat politieverhoor van de verdachte heeft er in deze zaak voor gezorgd dat de verdachte werd vrijgesproken van het ernstige delict dat hem ten laste werd gelegd. Hierdoor is de gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden komen te vervallen. Indien u wordt verdacht van een soortgelijk delict kunt u zich eveneens laten bijstaan door een ervaren advocaat voor politieverhoren. De advocaat zal een zo laag mogelijke straf, of indien mogelijk zelfs vrijspraak, zoals in deze zaak, voor u bereiken. Door het invullen van het contactformulier zal een ervaren raadsman gratis contact met u opnemen voor uw politieverhoor.