Verhoor tijdens voorgeleiding geldt ook als politieverhoor

Verhoor tijdens voorgeleiding geldt ook als politieverhoor

Op 2 februari 2017 heeft de rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een zaak over poging doodslag, waarbij het politieverhoor centraal stond.

Verhoor tijdens voorgeleiding geldt ook als politieverhoor

Aan de verdachte in deze zaak is poging doodslag dan wel zware mishandeling, mishandeling en het wederrechtelijk binnentreden van een woning, ten laste gelegd. Uit het dossier blijkt het navolgende. Verdachte en het slachtoffer hebben een affectieve relatie met elkaar. Op een avond krijgt de verdachte via Facebook een berichtje van het slachtoffer, dat hij een afspraak kon maken om al zijn spullen bij haar (het slachtoffer) te komen halen en dat ze het hoofdstuk met hem wilde afronden. De verdachte heeft hierop gereageerd door te zeggen dat hij voorlopig geen contact meer wilde, dat er bij hem was ingebroken en dat haar oudste zoon voor 99% zekerheid de verdachte was. De verdachte zag vervolgens dat het slachtoffer had gereageerd op het berichtje met de boodschap dat hij een zielig figuur was en dat het klaar was. Verdachte werd hierop ontzettend boos, heeft een mes gepakt, is in de auto gestapt en is naar het slachtoffer gereden. De verdachte is toen, met de sleutel die hij had van het huis van het slachtoffer, naar binnen gegaan.

 

Verweer van de advocaat voor poging doodslag

De verdachte heeft een verklaring afgelegd tijdens zijn voorgeleiding. De advocaat van de verdachte stelt dat deze verklaring niet voor bewijs mag worden gebruikt, nu tijdens het afnemen van dit verhoor artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is geschonden.  De advocaat geeft hierbij aan dat de verdachte op dat moment namelijk nog geen gelegenheid had gehad om gebruik te maken van zijn recht op consultatiebijstand (recht op contact met de advocaat voor aanvang van het politieverhoor). De raadsvrouw is van mening dat de afgelegde verklaring voor het bewijs in strijd is met het eerder genoemde verdrag.

 

Standpunt van de rechtbank Gelderland

De rechtbank oordeelt dat een verdachte die door de politie is aangehouden, op grond van artikel 6 van het eerdergenoemde verdrag een aanspraak kan maken op rechtsbijstand. Dit houdt in dat hem binnen redelijke grenzen de gelegenheid wordt geboden om voorafgaand aan het eerste politieverhoor een advocaat te raadplegen. De verdachte dient vóór aanvang van het eerste politieverhoor op dit recht te worden gewezen. Pas wanneer verdachten ondubbelzinnig afstand doen van het recht of wanneer er dwingende redenen zijn om dat recht te beperken, kan een door de verdachte die nog geen advocaat heeft geconsulteerd in een politieverhoor afgelegde verklaring voor het bewijs worden gebruikt. Wanneer geen van de uitzonderingen zich voordoet, dient er bewijsuitsluiting te volgen van de verkregen verklaring van de verdachte.

De rechtbank bepaalt dat de hulpofficier van justitie voor wie de verdachte wordt voorgeleid, mede moet beoordelen of ten aanzien van hem sprake is van een redelijk vermoeden van schuld. Het verhoor door de hulpofficier van justitie van de verdachte dient volgens de rechtbank te worden beschouwd als een politieverhoor. De rechtbank oordeelt dat de verdachte vragen heeft beantwoord voordat hij een advocaat heeft kunnen consulteren, terwijl hij wel had aangegeven gebruik te willen maken van zijn recht op consultatiebijstand. Dit leidt tot de conclusie dat in het voorbereidend onderzoek vormen zijn verzuimd die niet meer kunnen worden hersteld. De verklaring van de verdachte dient als gevolg hiervan te worden uitgesloten van het bewijs. Oftewel, de rechtbank heeft zich verenigd met het verweer van de advocaat van verdachte voor poging doodslag.

De rechtbank acht de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank veroordeeld de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren. Daarnaast mag de verdachte gedurende vijf jaren op geen enkele wijze contact met het slachtoffer opnemen, haar opzoeken of contact hebben. Ook mag de verdachte zich gedurende vijf jaren niet bevinden in de gemeente waar het slachtoffer woonachtig is. Voor iedere keer dat aan deze maatregelen niet wordt voldaan, zal een vervangende hechtenis worden toegepast voor de duur van twee weken. Tot slot moet de verdachte een schadevergoeding van € 7.954,47 betalen aan het slachtoffer.

 

Advocaat voor politieverhoor poging doodslag

Indien u wordt verdacht van een soortgelijk misdrijf kunt u zich eveneens laten bijstaan door een ervaren advocaat voor poging tot doodslag. De advocaat heeft er in deze zaak voor gezorgd dat de afgelegde verklaring tijdens het politieverhoor werd uitgesloten van bewijs. Ook in uw geval kan de advocaat kijken of daar sprake van is en wellicht blijft er dan onvoldoende bewijs over om u te veroordelen. Zaken zoals deze zijn vaak emotioneel beladen, het is dan ook onverstandig om zelf het woord te voeren. Wanneer u het contactformulier invult zal een ervaren politieverhoor advocaat gratis contact met u opnemen over uw strafzaak. Wij werken landelijk en op basis van gefinancierde rechtsbijstand (pro deo).