Afgelegde verklaring over brandstichting AZC wordt niet meegenomen voor bewijs

Afgelegde verklaring over brandstichting AZC wordt niet meegenomen voor bewijs

Op 14 februari 2017 heeft de rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak over brandstistichting in een AZC, waarbij het consultatierecht centraal stond.

Afgelegde verklaring over brandstichting AZC wordt niet meegenomen voor bewijs

Aan de verdachte in deze zaak is tenlastegelegd dat hij opzettelijk in een woonunit dat deel uitmaakt van een AZC brand heeft gesticht door een brandende aansteker in aanraking te brengen met een deken en papier, als gevolg waarvan die deken, het papier en de vloer van die woonunit geheel of gedeeltelijk zijn verbrand en daarvan gemeen gevaar voor anderen en goederen, en voor die woonunit te duchten was. De verdachte heeft ter terechtzitting bekennend verklaard. De verdachte heeft immers aangegeven dat hij brand heeft gesticht in zijn kamer in het AZC, door een deken uit zijn slaapkamer te halen en deze met behulp van een aansteker en toiletpapier in brand te steken. Naar het oordeel van de verdachte was er sprake van een klein brandje.  

 

Standpunt van de advocaat politieverhoor

De advocaat heeft bepleit dat de verklaringen die door de verdachte tijdens een politie verhoor zijn afgelegd niet voor het bewijs kunnen worden gebruikt, omdat deze in strijd zijn met de Aanwijzing rechtsbijstand politieverhoor. De advocaat geeft hiertoe aan dat de verdachte afstand heeft gedaan van zijn recht op consultatiebijstand, terwijl dat niet had gemogen, aangezien er sprake is van een categorie A-zaak (in de Aanwijzing is immers opgenomen dat consultatiebijstand bij A- en B-zaken altijd plaatsvindt in een gesprek op het politiebureau en dat bij A-zaken de verdachte geen afstand kan doen van het recht op consultatiebijstand).

Verder bepleit de advocaat dat de verklaringen van getuige 1 en getuige 2 , welke zijn afgelegd tijdens een politie verhoor, zodanig identiek zijn aan elkaar, dat het niet anders kan zijn dan dat er sprake is geweest van knip-en-plakwerk door de verbalisant. De advocaat geeft aan dat hierdoor niet meer is na te gaan wie wat heeft verklaard, wie wat heeft gezien en of er sprake is geweest van beïnvloeding van de een door de ander.

 

Standpunt van de rechtbank Noord-Holland

De rechtbank volgt het standpunt van de advocaat omtrent de schending van het recht op consultatiebijstand voorafgaand aan het politieverhoor en oordeelt dat de verklaring van de verdachte niet voor het bewijs zal worden gebruikt.

Ten aanzien van de getuigenverklaringen stelt de rechtbank het navolgende. De rechtbank oordeelt dat gelet op de identieke bewoordingen die in de verklaringen van het politie verhoor staan opgenomen niet kan worden uitgesloten dat getuige 2 heeft verklaard op basis van de eerder door getuige 1 afgelegde verklaring. Hierdoor is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gebleken dat de in de verklaring opgenomen waarnemingen door de getuige zelf zijn gedaan. De rechtbank beslist dan ook dat de verklaring van getuige 2 niet voor het bewijs zal worden gebruikt.

 

Politieverhoor advocaat

De advocaat heeft er in deze zaak, dankzij zijn pleidooi, voor gezorgd dat de afgelegde verklaring tijdens het politieverhoor van de verdachte niet wordt meegenomen als bewijs. Daarnaast heeft het pleidooi ervoor gezorgd dat de verklaring van één van de getuigen wordt uitgesloten voor bewijs. Uitsluiting van bewijs kan ervoor zorgen dat niet voldoende bewijsstukken overblijven om tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit te komen, waardoor vrijspraak dient te volgen. Een ervaren advocaat voor politieverhoren kan u bijstaan voor, tijdens en na uw politieverhoor. Wanneer u het contactformulier invult zal een ervaren politieverhoor advocaat vrijblijvend contact met u opnemen. Wij werken landelijk en op basis van pro deo.